The Land Down Under part 3: 2864 km verder (en dan nog weer even NZ!)

26 juli 2016 - Eindhoven, Nederland

Eenmaal aangekomen in Cairns heb ik plannen gemaakt voor mijn laatste dagen oostkust. Eerst heb ik de jongens en Charlotte overgehaald om een auto te huren om naar het regenwoud te gaan. In eerste instantie lukte dat niet, waardoor ik bijna genoodzaakt werd om te kiezen tussen twee activiteiten: regenwoud of snorkelen. Alle tours zaten de dag erna vol en bij de Greyhound probeerden ze me natuurlijk over te halen om de extra dure snorkeltrip te boeken. Ik en mijn maag konden echter nog niet aan bootgerelateerde dingen denken, en vooral niet voor 250 dollar. Gelukkig heb ik de anderen voor elkaar gekregen om een auto te huren en dat hebben we dus ook gedaan! We gingen vroeg op pad in onze witte bolide, met al snel tientallen walibi's langs de weg, op naar het regenwoud Cape Tribulation. Bij het verhuurbedrijf raadden ze af om helemaal naar Cape Trib te rijden vanwege het aantal kilometers smalle zigzagweggetjes, dus zonder een duidelijke eindbestemming reden we naar onze eerste en ook meteen mooiste stop Mosman Gorge: een rivier met gigantische rotsen erin, in het oudste regenwoud ter wereld! Met ons backpackersbudget namen wij daar natuurlijk niet de shuttlebus naar het specifieke plekje, maar liepen in brandende zon door de hitte naar de verfrissende rivier. Eenmaal aangekomen en drie keer bijna overreden te zijn door een van de vele shuttlebussen kwamen we in een oase van rust. Echt prachtig, alles is zo groen daar! En dan die prachtige zonnestralen die door de bladeren doorschijnen, echt magisch. Na een paar uur rondhangen op rotsen en in het verfrissende water met coole stroomversnellingen gingen we door naar de Daintree river: een rivier met veel krokodillen. Iedereen die verder naar het noorden wil moet een ferrybootje pakken over die rivier. Waarschijnlijk hebben we misschien wellicht eventueel een krokodil gezien, woehoew SCORE! Via een kronkelend weggetje zijn we toen naar een ander deel van het gigantische regenwoud gereden en hebben we rondgewandeld: prachtig! Zo lagen er bijvoorbeeld overal rare blauw-paarse vruchten op de grond, die cassowary plums genoemd worden. Cassowarys zijn die grote struisvogel-achtige zwart met blauwe vogels en die vrucht is voor de meeste organismen op aarde giftig, maar niet voor de Cassowary! Na deze wandeling stond er een lekkere activiteit voor de deur: een ijsje eten in een biologische ijsmakerij, hmmmmm. Ondanks onze volle buik zijn we daarna gaan zwemmen, oooh stout he, in een soort geheim 'waterhole' langs de kant van de weg. Een heel mooi diep deel van de rivier met kraakhelder water. En nee, dat is niet dezelfde rivier als die krokodillenrivier, no worries mate! Toen zijn we teruggereden naar Cairns, want de zon was alweer prach-tig onder aan het gaan. Daarna ben ik als een blok in slaap gevallen en werd ik de volgende ochtend eindelijk wat minder beroerd wakker en voelde ik me eindelijk weer goed! En dus heb ik meteen weer mijn buik uitgedaagd door op een boot te springen en naar Green Island te gaan. Gelukkig ging het goed, ondanks een domino-effect van herkauwende personen. Dit eiland ligt in het Great Barrier Reef en is niet zo ver van de kust af. Eenmaal gearriveerd op het eiland ben ik meteen mijn snorkeluitrusting gaan halen om de onderwaterwereld te gaan bewonderen! Met flink ruige zee waagde ik me het water in en al snel zag ik een paar gigantische vissen die ik nog nooit gezien had! Helaas ook veel dood koraal en vooral veel zeegras.. Na een half uur zwoegen was het zonnebaad tijd, dat was  eeuwen geleden en het zonnetje scheen volop, terwijl het in Cairns die ochtend met bakken uit de lucht kwam, dus dat was extra genieten! Na een lange strandwandeling zocht ik een lekker plekje in de schaduw en heb ik heeeerlijk gelezen: ook eeuwen geleden! Toen ik weer wilde gaan snorkelen, op een ander plekje, stak overal het koraal boven water uit en was het tij extreem laag geworden. Zelfs de lifeguards vonden het extreem. Toen ben ik nog even info gaan vragen bij de duikshop en toen zeiden ze: heb je al schildpadden gezien? Neeeeeeee wie wat waar wanneer hoe aaaaaah! Blijkbaar op het plekje waar ik al geweest was, in dat 'saaie' gras! Dus als een malle flipperde ik naar dat strandje, waar het koraal ook bijna volledig uit het water stak, en ben ik daar heeeel voorzichtig langsgelopen en gezwommen. Na een poosje dobberend op de golven zag ik ineens in de verte een schildpaddenkontje wiebelen! Met mijn flippers zoefde ik achter de schildpad aan, die duidelijk op de vlucht was. Na heel wat minuten achter het beestje aanzwemmen bracht hij me bij nog twee veel grotere schildpadden die op de zeebodem aan het chillen waren: waaah! Ik heb 1,5 uur lang boven de prachtige beesten gezwommen, en toen was het tijd voor het volgende bijzondere onderwaterleven: ik hoorde de lifeguard namelijk praten dat er clownvisjes onder de pier waren! Het tij was net genoeg gestegen om er veilig heen te zwemmen en na 5 minuten Finding Nemo was het zover: ik vond de anemoon waar ze in leven en er zwommen 3 prachtige oranje-wit gestreepte visjes omheen! Weer een ultiem geluksmomentje, echt geweldig! Verder heb ik daar ook nog bijzondere zeekomkommers gezien die rare zanddingen uitpoepten, zeesterren en een hele enge rare grote vis die me heel boos aankeek. Geweldig! Na deze prachtige dag ben ik veilig aangekomen in Cairns, waar het nog steeds regende (leverde in ieder geval een mooie regenboog op!). Daar hebben we ’s avonds een kroegentocht gehad en was het tijd om afscheid te nemen van de groep. De volgende ochtend ging ik namelijk zelf weer op pad in de bus, en wel naar het midden van Australië: Alice Springs. 37 uur lang heb ik in de bus gezeten, op de bus gewacht, vooral veel hetzelfde oranje woestijnlandschap gezien en had ik op een gegeven moment zelfs 2 privé buschauffeurs omdat ik de enige passagier was! Eenmaal aangekomen in Alice Springs werd me verzocht om niet alleen over straat te lopen als het donker was, vanwege de criminaliteit (het leek wel Afrika!). Dat was even omschakelen! Gelukkig stelden de buschauffeurs voor om me af te zetten voor mijn hostel, ik was op dat moment ook lichamelijk niet in staat om meer dan 10 meter te lopen dus ik was daar extra blij mee! De volgende dag heb ik even een rustdag gehad en heb ik mijn tour voor de volgende dag gepland: 3 dagen naar the Outback van Australië, met als een van de hoogtepunten de grootste rots van de wereld: Uluru / Ayers Rock. De volgende ochtend vertrokken we in alle vroegte met een busje richting onze eerste stop: Kings Canyon. Ik mocht voorin zitten en werd benoemd tot co-piloot. Dit privilege bracht mij onder andere het mee-eten van de snacks van onze tourguide Toby en natuurlijk de beste uitzichten. Meteen hadden we al een award-winning zonsopkomst, die we aan de kant van de weg bij een kamelenboerderij hebben staan bewonderen. Bij Kings Canyon was het tijd voor een hike van 3 uur door het nationaal park. De eerste heuvel die we getrotseerd hebben heette Heart Attack hill, de naam verklaart het al. Gelukkig hing bovenaan een defibrillator, net als op 4 andere plekken op de track. Het scheelt echt dat ik er nu in de winter ben, waardoor het niet bloedheet is en er geen muggen en vliegen zijn: top! En ik dus minder kans had op een hartaanval. helemaal mooi. Tijdens de wandeling vertelde Toby van alles over de omgeving en genoten we van prachtige uitzichten. De tour was inclusief eten, en zelfs snacks voor tijdens de hikes, echt goed geregeld! Na heel wat geklim en gedaal kwamen we na 3 uur voldaan aan bij het eindpunt en was het tijd om naar onze kampeerplek van die avond te rijden. Eerst moest er een goede voorraad brandhout worden ingeslagen voor de komende twee dagen. Na heel wat getrek aan dode bomen en takken hadden we al snel een grote stapel en reden we met weer een prachtige zonsondergang naar de kampeerplek. Deze lag in the middle of nowhere, met een klein afdakje en een “wc”. Daar hebben we op het kampvuur gekookt, o.a. pizza: heeeeerlijk! Na het eten was iedereen zo moe dat we meteen gingen slapen, maar niet voordat Toby had uitgelegd hoe we moesten slapen. En ja, uiteraard met je ogen dicht en horizontaal liggend. Maar de instructie was nog specifieker, we sliepen namelijk in een voorwerp dat wat nadere toelichting vereiste. We sliepen in een zogeheten swag, een soort oversized slaapzak van tentenstof die je bijna helemaal kan dichtritsen. Daarin lig je dat met je slaapzak en al je spullen, om het zo warm mogelijk te hebben en om te voorkomen dat de dingo’s je spullen zouden jatten (vorige keer waren Toby’s schoenen blijkbaar meegenomen door dingo’s!). Ook was er nog een trucje om slangen etc. buiten te houden, door een lijn in het zand te trekken en in die lijn zout te gooien. Sommigen deden dat braaf, maar de volgende dag bleek het dat dit een fabeltje was, duuh! Gelukkig liggen de slangen allemaal ver weg in hun soort van winterslaap, nog een voordeel van deze tijd van het jaar! Eenmaal geïnstalleerd in mijn eigen swag die lekker dichtbij het kampvuur lag, viel ik al snel diep in slaap. Het was heel bijzonder en heerlijk om zo in de open lucht te slapen! Ik had het heerlijk warm en lag zo comfortabel, echt een aanrader. Midden in de nacht werd ik echter wakker van wat ritmisch getik op mijn swag: regen! Dus snel mijn hele hebben en houden naar het onderdakje gesleept en lekker doorgeslapen. De volgende ochtend ontbijt gemaakt op het vuur en zijn we doorgereden naar een van de volgende hoogtepunten: Kata Tjuta. Dit zijn 36 bijzondere knal oranje rotsformaties, waarvan de hoogste rots 546 meter hoog is. Hier hebben we 3 uur lang rondgelopen met prachtige uitzichten van de hele omgeving en van die bizar hoge oranje rotsen die overal uit de grond opdoemen: wauw! Na een paar uur rondlopen was het tijd voor een heerlijke lunch op de parkeerplaats. Na het eten reden we naar de meest bekende rots van de wereld: Uluru. De rots is 348 meter hoog, met een omtrek van ongeveer 9 km: gigantisch dus! Die dag hebben we een stukje om de rots heen gelopen (een stuk van de Base Walk) en zijn we naar een cultureel centrum geweest. Er is namelijk veel geschiedenis te vertellen over deze bijzondere rots. Maar jullie kennen mij inmiddels, ik zou kort en bondig blijven en slechts een korte samenvatting geven. Ha-ha. De rots is namelijk heilig voor Anangu, de Aboriginals van dat gebied. De rots is verbonden met hun mythologie, die Tjukurpa genoemd wordt. Deze mythologie verklaart de relatie tussen mensen, planten en het land. En het legt uit hoe tijd en alle fysieke dingen ontstaan zijn. Maar ook leert het hoe je je moet gedragen naar elkaar en hoe en waarom dingen gebeuren. Dit is hun heiligdom, en hier baseren ze alles in hun dagelijks leven op. Ook worden bepaalde formaties op Uluru gezien als overblijfselen van verhalen uit het Tjukurpa en zijn dus zo heilig, dat er zelfs geen foto’s van gemaakt mogen worden. Ook zijn er bepaalde delen die heilig zijn voor mannen of vrouwen en dus niet door het andere geslacht bekeken mogen worden. Volgens het Tjukurpa is het ook ten strengste verboden om Uluru op te klimmen. Echter kwamen deze regels in het gedrang toen de rots ontdekt werd door de “witten”, die de rots claimden. Er ontstond veel onenigheid tussen beide groepen. Ook het toerisme begon fors te groeien en iedereen begon “The Rock” te beklimmen: dit was dus erg respectloos volgens de Aboriginal cultuur. De hotels schoten als paddenstoelen uit de grond, vlak naast Uluru. Dit allemaal in botsing met wat de Aboriginals wilden. Na heel veel bewogen jaren is uiteindelijk in 1985 de rots weer in het bezit gekomen van de rechtmatige eigenaars: de Anangu. Ook de hotels zijn allemaal platgegooid en een stuk verderop opgebouwd, op fatsoenlijke afstand van de rots. Een interessant en leerzaam verhaal, wat het nog veel bijzonderder maakt om daar te zijn. Als er minder dan 20% van de bezoekers van het nationaal park de intentie heeft om de rots te beklimmen, sluiten ze de hekken rondom en wordt het officieel verboden om het te beklimmen. Momenteel is het nog 25% van de bezoekers, dus ze zijn er gelukkig al bijna! Die avond hebben we lekker toeristisch de zonsondergang bekeken, waarbij de rots een bijzonder mooie rood-oranje kleur krijgt. Het was de hele dag bewolkt en het regende, maar gelukkig brak het zonnetje precies op tijd door en hadden we een prachtige zonsondergang, onder het genot van een heerlijk gekookt diner, een biertje en bosjes poserende chinezen: volop genieten dus! Ook liep er nog een dingo rond, echt mooi om er eentje zo dichtbij te zien. Na deze geweldig mooie dag en geweldige ervaringen was het tijd om weer onze swags uit te rollen rondom een lekker kampvuurtje. Toen ik naar boven keek, zag ik miljoenen sterren in de lucht en heb ik na heeeeeel wat vloeken ein-de-lijk een goede melkwegfoto kunnen maken. Blijkbaar had ik al die tijd een instelling in mijn camera uit staan die ik aan had moeten hebben, nouja beter laat dan nooit :-). Met een hele grote glimlach kroop ik weer in mijn swap en heb ik uren lang naar de sterren gekeken: wauw. Toen had ik weer een van de vele wat-ben-ik-toch-gelukkig momentjes en viel ik heerlijk in slaap. De ochtend erop zijn we de zonsopgang weer gaan bekijken op een mooi uitkijkpunt op Uluru en hebben we onder het genot van een ontbijtje naar de opgaande zon gekeken: weer vol op genieten! Toen heb ik de andere kant van Uluru bekeken en heb ik de gehele Base Walk afgelopen. Iedere minuut zag ik weer nieuwe hoeken van de rots, echt zo bijzonder! Vooral het contrast met de knalblauwe lucht was heel gaaf. Ik eindigde bij een hele mooie waterbron, waar het water heel vredig van de rots afdruppelde. Wat een rust. Allerlei vogeltjes vlogen aan en af, het was windstil en de rots spiegelde prachtig in het strakke water. Op dit kleine stukje hemel op aarde heb ik lang zitten genieten. Toen begon ik me ook te beseffen dat mijn reis door Australië erop zat. Wat heb ik hier veel mooie dingen gezien en wat ben ik blij dat ik hier heen heb kunnen en mogen gaan! De natuur is zo bijzonder en de cultuur is zo speciaal. Prachtig. Een betere afsluiter van mijn reis door Oz had ik me niet kunnen voorstellen. Nog nagenietend nam ik van iedereen afscheid en nam ik vanaf Ayers Rock het vliegtuig naar Sydney. Tijdens de vlucht zag ik 3 uur lang woestijn, met af en toe een (knalroze) zoutmeer. Ook heel bijzonder! Volgens het plan van een paar weken terug zou ik die dag vanuit Sydney weer terugvliegen naar Nederland. Echter miste ik (iets in) Nieuw-Zeeland zo veel: dat ik een paar weken eerder besloten had om naar Nieuw-Zeeland te vliegen om daar mijn reis twee weken later te eindigen. Die twee weken heb ik heerlijk in het mooiste deel van NZ - Queenstown - doorgebracht bij Ruben, die het geluk heeft om daar te wonen en werken! Alle bergtoppen waren prachtig besneeuwd, heel anders dan in de zomer, echt magisch! Daar heb ik heerlijk genetflixt, gefietst en gelezen (mijn boek is nog steeds niet uit, ik heb niet eens 1 boek uitgelezen!). Met Ruben heb ik een jetboat rit gemaakt op een prachtige rivier langs steile hoge rotswanden. Jetboats zijn iets typisch Nieuw-Zeelands: het lijkt op een speedboot maar kan door water vanaf 7 cm diep varen, zo vet! Het lijkt net alsof je zweeft en je maakt tientallen 360’s, geweldig. Ook hebben we in een hele oude stoomboot over Lake Wakatipu gevaren, ook met geweldig mooie uitzichten van de omgeving. Door die omgeving hebben we ook nog een deel van de Routeburn track gelopen: een prachtige wandeling langs de blauwste rivier die ik ooit heb gezien, naar een super mooi uitzichtpunt over besneeuwde bergen en een diepe vallei. De laatste dag hebben we ons gewaagd op de ski-piste en heeft Ruben zijn snowboardmaagdheid verloren, en hij deed het meteen super goed! Met deze geweldige dag kon ik me geen betere manier bedenken om mijn reis goed af te kunnen sluiten. De dag erna zijn we naar Christchurch gereden, weer met super mooi weertje en de inmiddels bekende maar nog steeds fenomenale uitzichten, die mij zeker nooit zullen vervelen en altijd blijven verbazen :-). De volgende ochtend pakte ik in alle vroegte het vliegtuig naar Auckland, waarvan uit ik naar Hong Kong vloog en vanuit daar weer naar Amsterdam. Dit afscheid was het zwaarste afscheid van mijn hele reis. Ik ging alles achter me laten, wat zo vertrouwd voor mij was de afgelopen maanden. Nieuw-Zeeland voelde meteen als mijn thuis en meteen zo vertrouwd. Het voelt alsof dit het land is waar ik thuis hoor. En dan moest ik ook nog Ruben achter me laten, waar ik me ook meteen zo vertrouwd bij voelde. Wat was (en is) dat een moeilijk gevoel, om die fijne mooie vertrouwde situatie achter te laten. Het is heel fijn om weer even thuis in Nederland te zijn en iedereen te zien, maar ik weet zeker dat ik eerder vroeger dan later weer naar dat geweldige land aan de andere kant van de wereld ga. Wanneer, hoe, wat, en waar? GEEN IDEE! Dat zie ik later nog wel, nu eerst met de hond knuffelen en bitterballen eten :-)

Bedankt lieve allemaal, voor het trouw lezen van mijn verhalen. Nee echt serieus, respect dat jullie die lange verhalen gelezen hebben :-).

1 Reactie

  1. Marloes vd Pol:
    27 juli 2016
    Fijn dat je het zo goed hebt gehad Boukje! Reizen is super!! Ik vond het al niet leuk om terug te moeten naar Nederland, maar begrijp dat jij het nog veel moeilijker vindt.. Succes en toch veel plezier in Nederland